-
1 alleen
1 [zonder gezelschap] seul4 [uitsluitend] (le) seul♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 in die opvatting staat zij alleen • elle est la seule à voir les choses sous cet angledie moeder laat dat kleine kind vaak alleen • cette mère laisse souvent ce jeune enfant seulII 〈 bijwoord〉1 [slechts] seulement⇒ ne … que♦voorbeelden:dit werk is niet alleen aangenaam, maar ook nuttig • ce travail est non seulement agréable mais aussi utile -
2 staan
1 [m.b.t. personen, dieren] être debout2 [op steunpunten rusten] se trouver3 [in een toestand, hoedanigheid zijn] être4 [passen, kleden] aller (à qn.)5 [opgetekend, gedrukt zijn] figurer6 [+ op; + onbepaalde wijs][weldra zullen] être sur le point (de)7 [gericht zijn] être dirigé (vers)8 [bij voortduring met iets bezig zijn] être en train (de)10 [stilstaan] rester immobile11 [onaangeroerd zijn] rester intact12 [niet wijken] résister (à)♦voorbeelden:ga er maar aan staan! • essaie un peu!gaan staan • se leverergens aan gaan staan • attaquer qc.ergens onverwacht voor komen te staan • se trouver subitement confronté à qc.iemand laten staan • laisser qn. deboutik kan niet lezen wat daar staat • je ne peux pas lire ce qui est écritovereind staan • se tenir deboutrechtop staan • se tenir droit〈 figuurlijk〉 achter iets staan • soutenir qc.die gebeurtenis staat geheel op zichzelf • cet événement est totalement isoléje staat op mijn tenen • tu me marches sur le piedop zijn tenen staan • être sur la pointe des pieds〈 figuurlijk〉 voor iemand staan • défendre la cause de qn.voor zijn mening staan • défendre son opinion〈 figuurlijk〉 ergens alleen voor staan • être seul face à qc.de kerk staat midden in het dorp • l'église se trouve au milieu du villagedeze stoel staat op drie poten • cette chaise repose sur trois piedshet eten staat op tafel • le repas est sur la tablealleen staan • être seulde kansen staan goed • les chances sont bonneshet water staat hoog • la marée est hauteleeg staan • être inoccupéde bloemen staan er mooi bij • les fleurs sont belleshaar gezicht staat vrolijk • elle a un visage réjouihet staat geschreven • c'est écriter goed bij staan • prospérerzoals de zaken ervoor staan • au point où en sont les chosesergens middenin staan • participer activement à qc.〈 figuurlijk〉 iemand na staan • être proche de qn.buiten iets staan • être en dehors de qc.in zijn twee staan • être en secondezij staat derde in het klassement • elle est troisième au classementde tranen staan hem in de ogen • il a les larmes aux yeuxonder iemand staan • être sous les ordres de qn.de verwarming staat op 18° • le chauffage est à 18°ergens sceptisch tegenover staan • être sceptique à l'égard de qc.7 staat tot 14 als 8 staat tot 16 • 7 est à 14 ce que 8 est à 16dat stáát niet • ça ne va pasdat kapsel staat u goed • cette coiffure vous va bienhet staat niet in van Dale • (le) Van Dale ne le mentionne paswat staat er in de krant? • qu'y a-t-il dans le journal?het staat op haar naam • c'est à son nom7 de zon staat 's middags op deze kamer • l'après-midi, le soleil donne dans cette pièceergens van staan kijken • être très étonné par qc.staan luisteren • être en train d'écouterzich staan te vervelen • s'ennuyerze staat al een uur te wachten • ça fait une heure qu'elle attend(iets) tot staan brengen • arrêter (qc.)sta of ik schiet! • halte ou je tire!laat staan dat … • sans parler de …zijn eten laten staan • ne pas toucher à son repasde alcohol laten staan • ne plus boire (d'alcool)zijn baard laten staan • se laisser pousser la barbeer staat nog wat van gisteren • il en reste encore un peu d'hier12 ervoor staan • être prêt à affronter qc.zij staat voor niets • elle ne recule devant rienhij staat op goede manieren • il exige de bonnes manièreser staat heel wat te doen • il y a encore beaucoup à fairezij ziet hem niet staan • il n'existe pas pour elle -
3 geld
♦voorbeelden:1 je geld of je leven! • la bourse ou la vie!baar geld • espècescontant geld • (argent) liquidein contant geld • en espècesgemunt geld • numérairemet gepast geld betalen • faire l'appointgrof geld verdienen • gagner grosgroot geld • billetskinderen betalen half geld • les enfants paient demi-tarifklein geld • monnaiepapieren geld • papier-monnaievals geld • fausse monnaiehet volle geld • (le) plein tarifvuil geld • argent gagné malhonnêtementzwart geld • argent noirzijn geld erdoor jagen • brûler la chandelle par les deux boutsergens (veel) geld tegenaan gooien • investir (des sommes folles) dans qc.het geld groeit mij niet op de rug • je ne suis pas Crésushet geld voor het grijpen hebben • rouler sur l'orgeen geld hebben • être sans le souzijn geld erbij inschieten • en être pour son argent〈 figuurlijk〉 iemand geld uit de zak kloppen • soutirer de l'argent à qn.zijn geld er uit krijgen • rentrer dans son argentgeld laten rollen • faire valser l'argentgeld door de vingers laten slippen • ne pas regarder à la dépenseveel geld opleveren • rapporter grosgeld slaan • battre monnaiesmijten met geld • jeter l'argent par les fenêtresgeld in iets steken • placer son argent en, dans qc.er geld op moeten toeleggen • en être de sa pochegeld wisselen • faire de la monnaiebovenop zijn geld zitten • être près de ses souszwemmen in het geld • rouler sur l'orniet goed? geld terug • remboursement garanti en cas de non-satisfactiondik in het geld zitten • être cousu d'ormet zijn geld geen raad weten • ne savoir que faire de son argentom geld vragen • demander de l'argentom geld verlegen zijn • être à court d'argentiets te gelde maken • faire argent de qc.van zijn geld leven • vivre de ses rentesvoor geld • pour de l'argentvoor geen geld ter wereld • pour rien au mondevoor geen geld • à aucun prixtwee voor hetzelfde geld • deux pour le prix d'ungeld als water verdienen 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 geld als slijk verdienen • faire beaucoup d'argentdat brengt geld in 't laatje • ça fait des soushet geld niet over de balk gooien • ne pas jeter l'argent pas les fenêtres -
4 oog
♦voorbeelden:het oog van de naald • le chas de l'aiguillemet andere ogen bekijken • voir (qc.) d'un autre oeileen blauw oog • un oeil au beurre noiriemand een blauw oog slaan • pocher un oeil à qn.(niet zichtbaar) met het blote, ongewapend oog • (imperceptible) à l'oeil nuhet boze oog • le mauvais oeilbruine ogen hebben • avoir les yeux marrondat is niet met droge ogen aan te zien • 〈 zonder tranen〉 on ne peut s'empêcher de pleurer; 〈 ongeroerd〉 c'est à faire pleurer les pierreseen glazen oog • un oeil de verregrote ogen opzetten • ouvrir de grands yeuxzijn ogen zijn groter dan zijn buik, maag • il a les yeux plus grands que le ventreiets met lede ogen aanzien • voir qc. d'un mauvais oeileen lui oog • un oeil paresseuxeen open oog voor iets hebben • être sensible à qc.geen oog dichtdoen • ne pas fermer l'oeilzijn ogen gebruiken • ouvrir l'oeilzijn ogen niet geloven, vertrouwen • ne pas en croire ses yeuxogen hebben van voren en van achteren • avoir des yeux derrière la têteoog hebben voor • avoir l'oeil pourzijn ogen in zijn zak hebben • avoir les yeux dans sa pochealleen oog hebben voor • n'avoir d'yeux que pourzij maakt haar ogen op • elle se fait les yeuxiemand de ogen openen • ouvrir les yeux à qn.de ogen openhouden • garder les yeux ouvertszich de ogen uit het hoofd schamen • mourir de hontehaar ogen schieten vuur • ses yeux lancent des éclairsde ogen ten hemel slaan • lever les yeux au ciel〈 figuurlijk〉 de ogen sluiten voor iets • fermer les yeux sur qc.zijn ogen uitkijken (aan iets) • ne pas détacher les yeux (de qc.)iemand de ogen uitkrabben • arracher les yeux à qn.iemand de ogen uitsteken • faire mourir qn. d'envieiemand de ogen uitsteken met zijn luxe • écraser qn. de son luxe〈 figuurlijk〉 iemand de ogen verblinden • éblouir qn.door iemands ogen zien • voir par les yeux de qn.door het oog van de naald kruipen • l'échapper belleoog in oog staan met • se trouver nez à nez avecheb je geen ogen in je hoofd? • tu n'as pas les yeux en face des trous?iemand recht in de ogen zien, kijken • regarder qn. en facemet de ogen spreken • avoir des yeux expressifsmet de ogen knipperen • cligner des yeuxiemand iets onder vier ogen zeggen • dire qc. à qn. entre quatre yeuxeen gesprek onder vier ogen • un tête-à-têteuit zijn ogen zien • 〈 opletten〉 ouvrir l'oeil (et le bon); 〈 op zijn hoede zijn〉 être sur le qui-vivevoor iemands ogen • sous les yeux (de qn.)groen en geel voor de ogen worden • être pris de vertigehet schemert mij voor de ogen • j'ai la vue troublezijn ogen aan iets te goed doen • repaître ses yeux de qc.zijn ogen uit zijn hoofd kijken • se repaître de, à la vue de (qc.)zijn ogen goed de kost geven • 〈 ironisch〉 ne pas avoir les yeux dans sa poche; 〈vooral m.b.t. mooie vrouwen〉 se rincer l'oeil〈 spreekwoord〉 oog om oog, tand om tand • oeil pour oeil, dent pour dent2 met een half oog iets zien • entrevoir qc.schele, scheve ogen maken, geven • faire des jalouxiemand met schele ogen aankijken • être jaloux de qn.het oog over iets laten gaan • promener son regard sur qc.〈 figuurlijk〉 het oog op iets laten vallen • avoir des desseins sur qc.zover het oog reikt • à perte de vue〈 figuurlijk〉 het oog slaan, laten vallen op iemand • jeter son dévolu sur qn.het oog treffen • frapper les yeuxaan het oog ontsnappen • se dérober à la vueiets aan het oog onttrekken • masquer qc. à la vuein het oog lopen • se faire remarquerin het oog lopend, vallend • manifestein het oog springen, vallen • sauter aux yeuxmet de ogen verslinden • dévorer (qn., qc.) des yeuxiets (de werkelijkheid) onder ogen zien • regarder qc. (les choses) en facede dood onder ogen zien • envisager la mortonder iemands ogen komen • se présenter devant qn.iets niet onder ogen willen zien • se mentir à soi-mêmeiets onder ogen hebben • avoir qc. sous les yeuxiemand iets onder het oog brengen • 〈 op iets wijzen〉 faire observer qc. à qn.; 〈 aan het verstand brengen〉 essayer de faire comprendre qc. à qn.op het oog • à première vuezo op het oog • à vue d'oeiliemand, iets op het oog hebben • avoir qn., qc. en vueuit het oog raken • disparaître (aux yeux)iets, iemand uit het oog verliezen • perdre qc., qn. de vue(ga) uit mijn ogen! • hors de ma vue!iets voor ogen stellen • 〈 doen zien〉 représenter qc.; 〈 een voorstelling hebben〉 se représenter qc.〈 figuurlijk〉 iets voor ogen houden • garder qc. à l'esprit〈 figuurlijk〉 iemand voor ogen staan • être présent à l'esprit de qn.〈 spreekwoord〉 uit het oog, uit het hart • loin des yeux, loin du coeurhij wierp, gooide zes ogen • il a jeté un six¶ in hun ogen betekent hij niet veel • à leurs yeux, il a peu de valeurmet het oog op • en vue demet het oog hierop • à cet effetiemand naar de ogen zien • ramper devant qn. -
5 huis
♦voorbeelden:huis noch haard hebben • n'avoir ni feu ni lieuhet huis des Heren • la maison du Seigneurhet huis alleen hebben • être seul à la maisoneen eigen huis hebben • être propriétaire d'une maisonvan goeden huize komen • 〈 van goede familie〉 être de bonne famille; 〈 figuurlijk, van personen〉 ±s'y connaîtrehet Koninklijk Huis • la Maison royaleopen huis houden • organiser une journée portes ouvertesmen zou huizen op hem bouwen • on lui donnerait le bon Dieu sans confession〈 figuurlijk〉 zijn eigen huis opeten • devoir mon capital avant de pouvoir faire appel à l'aide socialeiemand het huis uittrappen • ficher qn. dehorsiemand het huis uitzetten • mettre qn. à la portehuis aan huis verkopen • faire du porte à porteaan huis bezorgen • livrer à domicileeen huis in een rij • une maison mitoyenneiets in huis hebben • avoir des provisionsheel wat in huis hebben • avoir beaucoup de capacitésik ga naar huis • je rentre (chez moi)het is niet om over naar huis te schrijven • ça ne casse riennaar huis schrijven • écrire à sa familleeen huis van drie verdiepingen • une maison à trois étagesik kom van huis • je viens de chez moieen tweede huis • une résidence secondairedat staat zo vast als een huis • cela ne fait aucun doute→ link=kind kind -
6 wereld
♦voorbeelden:de wereld van het kind • le monde de l'enfanteen betere wereld • un monde meilleurde gehele wereld • le monde entierhij kan de hele wereld aan • il veut tout avalereen prominente figuur uit de medische wereld • une sommité du monde médicalde Nieuwe wereld • le Nouveau Mondede Oude wereld • l'Ancien Mondede hogere sferen van de politieke wereld • les hautes sphères de la politiquede wetenschappelijke wereld • le monde scientifiqueer ging een wereld voor hem open • un monde nouveau s'ouvrit à luide (wijde) wereld intrekken • parcourir le (vaste) mondewat is de wereld toch klein! • (que, comme) le monde est petit!de omgekeerde wereld • le monde à l'enversde wereld staat voor ons open • le monde s'offre à noushet was een lawaai of de wereld verging • cela faisait un bruit d'enferdat is een wereld apart • c'est un monde à parteen wereld aan mogelijkheden • un monde de possibilitéshoe is het in de wereld mogelijk! • comment est-ce Dieu possible!midden in de wereld staan • vivre dans le mondezo gaat dat in de wereld • ainsi va le mondedegene die dat gerucht de wereld in heeft gestuurd • l'inventeur de ce bruitiemand naar de andere wereld helpen, zenden • expédier qn. dans l'autre mondekinderen op de wereld zetten • mettre des enfants au mondealleen op de wereld staan • être seul au mondeover de hele wereld • dans le monde entierniets ter wereld bezitten • ne rien avoir au mondeeen kind ter wereld brengen • mettre un enfant au mondeter wereld komen • venir au mondeeen misverstand uit de wereld helpen • dissiper un malentendude beste man van de wereld • la crème des hommesdaar ligt een wereld van verschil tussen • il y a un monde entre (telle et telle chose)van de hele wereld • mondialeen man van de wereld • un homme du mondede wereld van toen • le monde d'alorsiets voor de wereld verborgen houden • tenir qc. caché aux yeux du mondede derde wereld • le tiers-mondede vierde wereld • le quart-mondedat is zo oud als de wereld • c'est vieux comme le monde -
7 cent
♦voorbeelden:ik zing niet tweemaal (geen twee liedjes) voor één cent • une fois, ça va, deux fois, c'est tropzonder een cent neer te tellen • sans débourser un souhij zou een cent in tweeën bijten • il tondrait un oeuf2 iemand voor geen cent vertrouwen • ne pas faire confiance à qn. pour un soudat deugt voor geen cent • 〈 ondeugdelijk〉 ça ne ressemble à rien; 〈 niet pluis〉 ça ne me dit rien de bongeen cent om iemand, iets geven • n'attacher aucune valeur, aucun prix à qn., qc.ik geef geen cent voor dat boek • je ne donne pas deux sous de ce livrehij is geen cent rijk • il n'a pas un souik ben er geen cent wijzer van geworden • je n'y ai rien gagnébulken van de centen • rouler sur l'orcenten zat hebben • en avoir plein les pocheshij heeft centen • il a de quoihij doet het alleen om de centen • il fait ça uniquement pour l'argentom de centen trouwen • faire un mariage d'argenterg op de centen zijn • être près de ses soushij zou op een (halve) cent doodvallen • il tondrait un oeufzonder een cent zitten • être sans le sou -
8 show
♦voorbeelden:dat is alleen maar voor de show • c'est seulement pour la galerie -
9 rijk
rijk1〈 het〉3 [landelijke overheid] Etat4 [figuurlijk][kring, ruimte waarover iemand macht uitoefent] royaume♦voorbeelden:een voormalig koloniaal rijk • un ancien empire colonialhet rijk der hemelen • le royaume des cieuxhet Heilige Roomse Rijk • le Saint Empire Romain germaniquehet Derde Rijk • le troisième Reich5 iets naar het rijk der fabelen verwijzen • considérer qc. comme pur produit de l'imaginationhet rijk der kleuren • le monde des couleursdat behoort tot het rijk der mogelijkheden • c'est du domaine du possibleiemand het rijk alleen laten • laisser le champ libre à qn.zijn rijk zal niet lang duren • son règne ne durera pas longtemps————————rijk2♦voorbeelden:een zeer rijk leven • une vie opulenteeen rijke taal • une langue richestinkend rijk zijn • être pourri de frichet gaat er rijk toe • tout y est cherde natuur heeft hem rijk bedeeld • la nature l'a pourvu de tous les donshij is slapende rijk geworden • la fortune lui est venue en dormantde mogelijkheden die de taal rijk is • les ressources d'une languedat huis is rijk gemeubileerd • cette maison est richement meubléerijk worden • faire fortunerijk aan ervaring zijn • être riche d'expériencesdit land is rijk aan grote schrijvers • ce pays abonde en grands écrivainseen rijke • un(e) riche→ link=kwijt kwijtiets rijk zijn • 〈 bezitten〉 posséder qc. -
10 graf
♦voorbeelden:het Heilige Graf • le Saint Sépulcreiemand het graf in prijzen • faire le panégyrique de qn.zich in zijn graf omkeren • se retourner dans sa tombeeen geheim in het graf meenemen • emporter un secret dans la tombeiemand ten grave, naar het graf dragen • porter qn. en terrezwijgen als het graf • être muet comme la tombe -
11 puntig
♦voorbeelden:4 iets puntig formuleren • formuler qc. avec sagacité -
12 stem
♦voorbeelden:met algemene, eenparige stemmen • à l'unanimité (des voix)met gedempte stem • à mi-voixmet een klein stemmetje • d'une toute petite voixmet luide stem • à haute voixde meeste stemmen gelden • la majorité (des voix) l'emportemet omfloerste stem • d'une voix voiléenaar de stem van de kiezers dingen • briguer les suffrages des électeurser gaan stemmen op • des voix se lèvent (pour)zijn stem geven aan • donner sa voix àeen stem in het kapittel hebben • avoir voix au chapitrede stemmen staken • il y a partage des voixzijn stem stokte in zijn keel • la voix lui manquazijn stem op iemand uitbrengen • voter pour qn.zijn stem verheffen • élever la voix〈 figuurlijk〉 zijn stem verheffen tegen • élever une protestation (contre qc.)zijn stem verliezen • perdre la voixde stemmen zijn verdeeld • les avis sont partagésgoed bij stem zijn • être en voixde tweede stem zingen • chanter la deuxième voix -
13 zaligmakend
♦voorbeelden:〈 religie〉 alleen zaligmakend • hors duquel, de laquelle il n'est point de salut -
14 frul
-
15 mens
I 〈de〉♦voorbeelden:ik voel me maar een half mens • je ne me sens pas dans mon assiettede inwendige mens versterken • se restaurerik ben ook maar een mens • je ne suis qu'un hommegeen mens • pas un chateen mens van vlees en bloed • un être de chair et de sangdat doet een mens goed • cela fait du bien〈 spreekwoord〉 de mens wikt, God beschikt • l'homme propose, Dieu disposeonder de mensen komen • sortir dans le monde¶ de groetjes mensen! • salut la compagnie!beste mensen • chers amisalle mensen! • juste ciel!ik ben geen mens om … • ce n'est pas mon genre de …II 〈 het〉♦voorbeelden:ik kan dat mens niet uitstaan • je ne supporte pas cette créature -
16 woord
♦voorbeelden:het Woord Gods • la parole de Dieumet andere woorden • autrement ditgevleugelde woorden • mots historiqueshet goddelijk Woord • le Verbe (de Dieu)geen goed woord voor iets, iemand over hebben • condamner ouvertement qc., être sans pitié pour qn.een goed woord(je) voor iemand doen • intercéder en faveur de qn.aan een half woord genoeg hebben • savoir ce que parler veut direhet hoge woord moest eruit • il fallait que le grand mot fût lâchéhoge woorden met iemand hebben • avoir une violente dispute avec qn.holle woorden • vaines paroleseen kort woord spreken • prendre brièvement la parolehij moet altijd het laatste woord hebben • il faut toujours qu'il ait le dernier mothet verlossende woord spreken • dire le fin moteen vriendelijk woord spreken • dire un mot gentileen waar woord spreken • dire le mot justeeen man van weinig woorden • un homme avare de paroleszijn woorden (op een goudschaaltje) (af)wegen • (bien) peser ses motser is wel eens een woord gevallen • ils ont eu des mots de temps en tempsiemand (de) woorden in de mond leggen • mettre des mots dans la bouche de qn.woordjes leren • apprendre des motszijn woorden terugnemen • se rétractermen moet hem de woorden uit de keel, de mond trekken • on doit lui arracher les mots (de la bouche)niet veel woorden over iets vuilmaken, aan iets verspillen • ne pas perdre sa salive à qc.naar woorden (moeten) zoeken • (devoir) chercher des motseen woord vooraf • un avant-proposhet blijft bij woorden • ce sont des paroles en l'airhet niet (alleen) bij woorden laten • ne pas se contenter de belles parolesniet in woorden uit te drukken • inexprimablemet zoveel woorden • mot pour motmet, in één woord • en un motiets onder woorden brengen • formuler qc.over zijn woorden vallen, struikelen • trébucher sur ses motsniet uit zijn woorden kunnen komen • s'embrouiller (dans ses phrases)je haalt me de woorden uit de mond • j'allais le direiemand de woorden uit de mond kijken • être suspendu aux lèvres de qn.iets woord voor woord navertellen • répéter qc. mot pour motiets woord voor woord vertalen • traduire qc. mot à mothij moet er het eerste woord nog over zeggen • il n'en a encore rien ditgeen woorden voor iets hebben • 〈 letterlijk〉 ne pas avoir de mot pour qualifier qc.; 〈 figuurlijk〉 être stupéfait devant qc.geen woorden voor iets weten te vinden • être à court de motsdaar is geen woord van aan, waar • il n'y a pas un (traître) mot de vraimet geen woord over iets spreken • ne pas souffler mot de qc.geen woord meer! • plus un mot!geen woord meer met elkaar spreken • ne plus s'adresser la parolegeen woorden maar daden • pas de paroles, des actesdat is geen woord te veel gezegd • il n'y a pas un mot de tropgeen woord zeggen • ne pas dire un moter geen woord tussen kunnen krijgen • ne pas pouvoir placer un mothij kon geen woord uitbrengen • il n'a pas pu émettre un sonmet twee woorden spreken • répondre polimentgeen woord van iets verstaan, begrijpen • ne rien comprendre à qc.het Woord is Vlees geworden • le Verbe s'est fait chair→ link=man man, link=verstaander verstaanderzij kan goed haar woord doen • elle parle bienhet woord is aan u, u hebt het woord • vous avez la paroleiemand het woord ontnemen • retirer la parole à qn.het woord tot iemand richten • adresser la parole à qn.het woord voeren • avoir la paroleaan het woord zijn • avoir la paroleiemand aan het woord laten • laisser parler qn.iemand niet aan het woord laten komen • refuser la parole à qn.iemand te woord staan • recevoir qn.zijn woord breken • manquer à sa parolezijn woord geven • donner sa paroleiemand aan zijn woord houden • prendre qn. au motzijn woord nakomen • tenir parolezijn woord terugnemen • reprendre sa parolezijn woord verpanden • engager sa paroleeen man van zijn woord • un homme d'honneurbij zijn woord blijven • tenir paroleik geloof u op uw woord • je vous crois sur parole
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский